ECLI:NL:CRVB:2013:1611
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
Op 30 augustus 2013 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 12-5132 ZW-V. Deze uitspraak betreft het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 2 januari 2013, waarin het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk was verklaard. De aanleiding voor het verzet was de termijnoverschrijding bij het indienen van het verzetschrift. De Raad heeft vastgesteld dat het verzetschrift, gedateerd op 26 maart 2013, pas op 28 maart 2013 bij de Raad is ontvangen, terwijl de laatste dag voor indiening 13 februari 2013 was. Dit betekent dat de termijn voor het indienen van het verzetschrift ruim overschreden was.
Appellante heeft als reden voor de termijnoverschrijding aangevoerd dat zij in een psychische shock verkeerde en dat een advocaat op 22 februari 2013 een verzetschrift zou hebben ingediend. De Raad heeft echter vastgesteld dat dit verzetschrift niet bij de Raad is ontvangen en dat, zelfs als het dat wel was, het ook te laat zou zijn ingediend. De Raad heeft benadrukt dat de gevolgen van het handelen of nalaten van een gemachtigde in beginsel voor rekening komen van degene die zijn belangen aan die gemachtigde heeft toevertrouwd.
De Raad heeft geconcludeerd dat er geen grond is voor het oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is en heeft het verzet daarom niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.