ECLI:NL:CRVB:2013:1610
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van hogerberoepschrift wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 augustus 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hogerberoepschrift. De zaak betreft een geschil over de tijdigheid van de indiening van het hogerberoepschrift, dat was ingediend tegen een uitspraak van de rechtbank Almelo van 13 juni 2012. De Raad had eerder, op 9 januari 2013, het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. Appellant heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, wat heeft geleid tot een zitting op 23 juli 2013.
Tijdens de zitting heeft appellant verklaard dat hij sinds 2009 geen begeleiding meer heeft en dat hij de procedure niet goed begreep. Hij gaf aan niet te weten waarom het hogerberoepschrift te laat was ingediend. Zijn voormalige begeleider heeft verklaard dat hij de administratie van appellant een tijdlang heeft verzorgd, maar dat deze niet meer op orde is sinds appellant zelf zijn administratie doet. De Raad heeft echter geoordeeld dat er geen verschoonbare reden is voor de termijnoverschrijding. De laatste dag voor indiening was 25 juli 2012, terwijl het beroepschrift pas op 26 juli 2012 ter post is bezorgd.
De Raad heeft geconcludeerd dat appellant niet in verzuim is geweest en dat er geen feiten of omstandigheden zijn die de termijnoverschrijding kunnen rechtvaardigen. Het verzet is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Wel is besloten dat het betaalde griffierecht van € 115,- aan appellant zal worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter T.G.M. Simons en griffier D.W.M. Kaldenhoven.