ECLI:NL:CRVB:2013:1538
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Weigering ontheffing arbeidsinschakeling op basis van medische adviezen
In deze zaak gaat het om de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Leiden om appellant ontheffing te verlenen van de verplichting tot arbeidsinschakeling, zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant, die bijstand ontvangt op grond van de WWB, heeft longklachten gerapporteerd en verzocht om ontheffing van de arbeidsverplichting. Het college heeft een medische beoordeling laten uitvoeren door de GGD, waaruit bleek dat appellant als volledig arbeidsgeschikt voor fulltime werk kan worden beschouwd, maar niet in staat is tot zwaar lichamelijke arbeid vanwege een matige conditie. De arts G.D. de Loor van de GGD concludeerde dat de kortademigheid van appellant niet het gevolg is van longemfyseem, maar mogelijk door roken of conditiegebrek. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het college, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat de adviezen van de GGD onvoldoende gemotiveerd zijn en dat zijn kortademigheid het gevolg is van longemfyseem. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de adviezen van de GGD zorgvuldig tot stand zijn gekomen en voldoende grondslag bieden voor de weigering van het college om appellant ontheffing te verlenen. De Raad oordeelde dat er geen nieuwe medische gegevens zijn overgelegd die de eerdere adviezen zouden ondermijnen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.