ECLI:NL:CRVB:2013:1527

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 augustus 2013
Publicatiedatum
26 augustus 2013
Zaaknummer
11-935 WIA
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.W. Schuttel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking hoger beroep en proceskostenvergoeding na gewijzigde beslissing op bezwaar

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 augustus 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante, A. te B., tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep werd ingetrokken na een gewijzigde beslissing op bezwaar van het Uwv, die op 20 november 2012 was genomen. De Raad had eerder op 26 oktober 2012 een tussenuitspraak gedaan waarin het Uwv was opgedragen om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen.

Na de intrekking van het hoger beroep heeft appellante verzocht om een proceskostenvergoeding, evenals vergoeding van de gemaakte expertisekosten. Het Uwv heeft geen bezwaar gemaakt tegen de proceskostenvergoeding, mits deze conform het Besluit proceskosten bestuursrecht zou zijn. De Raad heeft besloten dat het onderzoek ter zitting achterwege kon blijven, waarna het onderzoek werd gesloten.

De Raad heeft vastgesteld dat het hoger beroep was ingetrokken omdat het Uwv geheel tegemoet was gekomen aan de bezwaren van appellante. Op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 21 van de Beroepswet, heeft de Raad het Uwv veroordeeld in de kosten die appellante redelijkerwijs heeft moeten maken in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep. De totale proceskosten zijn begroot op € 2.402,17, inclusief kosten voor een expertiserapport. Appellante kan zich voor vergoeding van het betaalde griffierecht rechtstreeks tot het Uwv wenden.

Uitspraak

11/935 WIA
Datum uitspraak: 23 augustus 2013
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank
's-Gravenhage van 5 januari 2011, 10/1050 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[A. te B.](appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

De Raad heeft op 26 oktober 2012 een tussenuitspraak gedaan waarin het Uwv is opgedragen om binnen acht weken na verzending van deze tussenuitspraak het gebrek in het bestreden besluit te herstellen met inachtneming van hetgeen de Raad heeft overwogen.
Het Uwv heeft op 20 november 2012 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen.
Bij brief van 22 januari 2013 heeft mr. L. van den Buijs namens appellante het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten, alsmede om toekenning van vergoeding van de gemaakte expertisekosten.
Het Uwv heeft meegedeeld geen bezwaar te hebben tegen een vergoeding in de proceskosten mits conform het Besluit proceskosten bestuursrecht.
Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 21 van de Beroepswet is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
De Raad stelt vast dat het hoger beroep is ingetrokken omdat met de gewijzigde beslissing op bezwaar van 20 november 2012 geheel aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen.
De Raad ziet aanleiding om het Uwv te veroordelen in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op
€ 944,- in beroep en € 944,- in hoger beroep en € 514,17 voor de kosten van een expertiserapport, in totaal € 2.402,17.
Voor vergoeding van het betaalde griffierecht kan appellante zich rechtstreeks tot het Uwv wenden.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de kosten van appellante tot een bedrag van € 2.402,17.
Deze uitspraak is gedaan door J.W. Schuttel, in tegenwoordigheid van C. Tersteeg als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 23 augustus 2013.
(getekend) J.W. Schuttel
(getekend) C. Tersteeg

EH