Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het verzet gegrond;
- veroordeelt het college in de proceskosten van het verzet van appellant tot een bedrag van
Centrale Raad van Beroep
Op 23 augustus 2013 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De zaak betreft een appellant, aangeduid als [A. te B.], die in hoger beroep was gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank Assen van 19 juli 2012. De Raad had eerder, op 5 maart 2013, het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. Deze termijn was vastgesteld in een aangetekende brief van 22 oktober 2012. De appellant heeft echter verzet aangetekend tegen deze uitspraak, vertegenwoordigd door mr. A.C.R. Molenaar.
In het verzet is gebleken dat er twijfel bestond over de verzending van de aangetekende brief van de Raad. De Raad heeft vastgesteld dat niet met zekerheid kon worden vastgesteld dat de brief daadwerkelijk per aangetekende post was verzonden. Dit leidde tot de conclusie dat de appellant niet in verzuim was geweest. De Raad heeft daarom een nieuwe termijn gesteld voor de betaling van het griffierecht, dat binnen deze termijn is voldaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft het verzet gegrond verklaard, de eerdere uitspraak van 5 maart 2013 vervallen verklaard en het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond. Tevens is het college van burgemeester en wethouders van Emmen veroordeeld in de proceskosten van het verzet, begroot op € 236,- voor verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.