Uitspraak
13 april 2011, 08/5056 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
27 februari 2008 is deze uitkering verlaagd met ingang van 20 april 2008, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid vanaf die datum is vastgesteld op 45 tot 55%.
prof.dr. H.J.C. van Marle, psychiater, in te schakelen als deskundige. Van Marle heeft een rapport ingediend, gedateerd 2 november 2009. Vervolgens heeft de rechtbank een tweede deskundige, psychiater B.H.M.J. Sonnenschein, benoemd, die eveneens een rapport heeft ingediend, gedateerd 3 april 2010. De rechtbank heeft overwogen dat zij Van Marle ten onrechte niet in de gelegenheid heeft gesteld om te reageren op de door partijen ingezonden commentaren op zijn rapport en abusievelijk vervolgens als tweede deskundige Sonnenschein heeft benoemd. De rechtbank heeft in deze gang van zaken aanleiding gezien om het rapport van Sonnenschein als uitgangspunt te nemen voor de beoordeling van het geschil, zonder voorbij te gaan aan de bevindingen van Van Marle voorzover diens opvattingen over de belastbaarheid van appellante door partijen niet worden betwist. Vervolgens is overwogen dat volgens vaste rechtspraak van de Raad een door de bestuursrechter ingeschakelde deskundige in beginsel wordt gevolgd. Echter in het onderhavige geval heeft de rechtbank aanleiding gezien om van dit uitgangspunt af te wijken. Zij volgt Sonnenschein niet ten aanzien van de door hem geïndiceerde urenbeperking, omdat naar haar oordeel een medisch objectiveerbare onderbouwing daarvoor ontbreekt en ziet evenmin aanleiding Sonnenschein te volgen in zijn conclusie over de items zelfstandig handelen en handelingstempo. De rechtbank ziet geen aanleiding voor twijfel aan de juistheid van de medische beoordeling door de bezwaarverzekeringsarts noch aan de juistheid van de door hem vastgestelde Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). Dit geldt volgens de rechtbank ook voor de in de FML gestelde lichamelijke beperkingen. De rechtbank is ten slotte van oordeel dat appellante, uitgaande van de FML, in staat moet worden geacht de voorgehouden functies te verrichten.