ECLI:NL:CRVB:2013:1450
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bijzondere bijstand voor extra stookkosten en de toepassing van artikel 35 WWB
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. Appellant had bijzondere bijstand aangevraagd voor extra stookkosten over de periode van oktober 2012 tot en met maart 2013 en van oktober 2013 tot en met maart 2014. De aanvraag was gedaan op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en was bedoeld om te voorzien in de kosten die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden, in dit geval chronische longklachten van appellant.
De rechtbank had eerder de aanvraag van appellant afgewezen, omdat het college van burgemeester en wethouders van Utrecht, op basis van een advies van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), had geconcludeerd dat appellant geen extra stookkosten had gemaakt in de periode voorafgaand aan de aanvraag. Appellant had verklaard dat hij deze kosten niet kon betalen, maar de Raad oordeelde dat er geen sprake was van kosten als bedoeld in artikel 35 van de WWB. Dit artikel bepaalt dat bijzondere bijstand alleen kan worden verleend als de aanvrager niet beschikt over de middelen om noodzakelijke kosten van het bestaan te dekken.
Tijdens de zitting heeft appellant betoogd dat het college het advies van het CIZ niet had mogen gebruiken voor de afwijzing van zijn aanvraag, omdat dit advies niet deugdelijk en inzichtelijk zou zijn. De Raad heeft echter geoordeeld dat de argumenten van appellant niet voldoende waren om de afwijzing van het college te weerleggen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de aangevallen uitspraak terecht was gedaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing benadrukt dat de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt aangevraagd, eerst moeten worden beoordeeld op hun noodzaak en of deze voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. In dit geval was er geen aanleiding om de beslissing van het college te herzien, en werd de aangevallen uitspraak bevestigd. Er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.