Uitspraak
- bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft een verzoek van appellante om terug te komen van een eerder besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) van 25 april 2007, waarin haar aanvraag voor kinderbijslag werd afgewezen. De rechtbank had het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigt deze uitspraak. De Raad overweegt dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn die de Svb hadden moeten nopen om het besluit te herzien. Appellante had eerder geen rechtsmiddelen aangewend tegen het besluit van 25 april 2007, waardoor dit besluit in rechte vaststaat. De Raad concludeert dat appellante geen recht heeft op kinderbijslag voor de periode waarover zij een inhoudelijke beslissing wenst. Daarnaast heeft appellante verzocht om schadevergoeding, maar ook dit verzoek wordt afgewezen. De Raad stelt dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten en dat het beginsel van lex silencio positivo niet van toepassing is op aanvragen om kinderbijslag. De uitspraak wordt gedaan door T.L. de Vries, met I.J. Penning als griffier.