Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Breda. De appellante, die sinds 2002 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had zich voor een vakantie van 18 juli 2010 tot en met 29 augustus 2010 gemeld bij de Intergemeentelijke Sociale Dienst Midden-Langstraat (ISD). De ISD had haar echter geïnformeerd dat zij maximaal vier weken met vakantie mocht gaan, wat betekende dat zij zich uiterlijk op 17 augustus 2010 weer moest melden. Appellante heeft deze termijn overschreden, wat leidde tot de opschorting van haar bijstand per 17 augustus 2010.
Na haar terugkeer op 6 september 2010 heeft het dagelijks bestuur van de ISD besloten om de bijstand van appellante over de periode van 17 augustus tot 6 september 2010 in te trekken. Daarnaast werd de bijstand met 50% verlaagd voor de duur van één maand, omdat appellante onvoldoende gebruik had gemaakt van het aangeboden re-integratietraject. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond, waarna zij in hoger beroep ging.
In hoger beroep voerde appellante aan dat zij niet op de hoogte was van de mogelijke maatregel en dat haar persoonlijke omstandigheden niet in aanmerking waren genomen. De Raad oordeelde echter dat appellante zich onttrokken had aan haar re-integratieverplichtingen door langer op vakantie te blijven dan toegestaan. De Raad bevestigde dat de verlaging van de bijstand in overeenstemming was met de geldende verordening en dat er geen reden was om de opgelegde maatregel te matigen. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.