ECLI:NL:CRVB:2013:1289
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling arbeidsverplichtingen en psychische beperkingen in het kader van de Wet werk en bijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, waarin de appellante, die sinds 1 februari 2002 bijstand ontvangt, bezwaar heeft gemaakt tegen de oplegging van arbeidsverplichtingen door het dagelijks bestuur van de Dienst Werk en Inkomen Lekstroom. De appellante heeft psychische beperkingen en stelt dat zij niet in staat is om aan de arbeidsverplichtingen te voldoen. Het dagelijks bestuur heeft op basis van adviezen van medische professionals, waaronder arts P.B. Deinum en arbeidsdeskundige T. de Waal, de appellante geschikt geacht voor fysiek lichte arbeid tot 20 uur per week.
De rechtbank heeft het beroep van de appellante ongegrond verklaard, waarna zij in hoger beroep is gegaan. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig bekeken, waaronder de medische rapporten en adviezen die door de appellante zijn overgelegd. De Raad concludeert dat de arts Deinum rekening heeft gehouden met de gezondheidstoestand van de appellante en haar thuissituatie. Ondanks de klachten van de appellante, waaronder depressieve klachten, is er geen aanleiding om de arbeidsverplichtingen volledig te ontheffen.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep niet slaagt. De appellante wordt geacht in staat te zijn om de opgelegde arbeidsverplichtingen, zij het met een maximum van 20 uur per week, na te komen. De uitspraak is gedaan door M. Hillen, met B. Rikhof als griffier, en is openbaar uitgesproken op 6 augustus 2013.