ECLI:NL:CRVB:2013:1273
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. Simon
- E.E.V. Lenos
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Toekenning van kinderbijslag en de voorwaarden voor uitwonend zijn in verband met onderwijs
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van tweevoudige kinderbijslag aan appellante voor haar twee oudste kinderen, die sinds 3 juli 2007 in Turkije wonen. Appellante ontving tot en met het eerste kwartaal van 2010 tweevoudige kinderbijslag, maar de Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft in een besluit van 8 oktober 2010 vastgesteld dat appellante enkelvoudige kinderbijslag toekomt, omdat er geen verband is tussen het uitwonend zijn van de kinderen en het volgen van onderwijs. De rechtbank Almelo heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, wat appellante in hoger beroep aanvecht.
De Raad overweegt dat de reden voor het uitwonend zijn van de kinderen niet het volgen van onderwijs is, maar de problematische thuissituatie in Nederland. De Raad verwijst naar eerdere uitspraken en stelt dat de beoordeling van de aanspraak op kinderbijslag per kwartaal moet plaatsvinden. De Raad concludeert dat de Svb voldoende heeft gemotiveerd dat de eerdere toekenning van tweevoudige kinderbijslag niet meer van toepassing is, gezien de omstandigheden die hebben geleid tot het verblijf van de kinderen bij hun grootmoeder in Turkije.
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank niet is ingegaan op haar argument dat de kinderen vanwege ziekte of gebrek in Turkije verblijven. De Raad oordeelt dat de stellingen van appellante onvoldoende onderbouwd zijn en dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat de thuissituatie de reden was voor het verblijf van de kinderen in Turkije. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellante af.