ECLI:NL:CRVB:2013:1251
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het verzoek om taxivervoer door een militair invaliditeitspensioenontvanger
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank 's-Gravenhage. Appellant, geboren in 1956, ontvangt sinds 19 februari 2003 een militair invaliditeitspensioen vanwege psychische klachten gerelateerd aan zijn militaire dienst in de Sinaï. In januari 2009 verzocht hij om een vervoersvoorziening voor taxivervoer, welke door de minister van Defensie op 3 april 2009 werd afgewezen. Het bezwaar van appellant werd op 2 juni 2010 ongegrond verklaard.
De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarna hij in hoger beroep ging. De Raad heeft vastgesteld dat de minister zijn beslissing om geen taxivergoeding toe te kennen, heeft gebaseerd op een advies van de verzekeringsarts M. Blom en rapporten van psychiater prof. dr. H.J.C. van Marle. Deze rapporten gaven aan dat appellant in staat was om gebruik te maken van het openbaar vervoer, zonder dat er sprake was van agorafobie of impulsieve agressiviteit. De Raad oordeelde dat de medische adviezen voldoende grondslag boden voor de beslissing van de minister.
Appellant voerde aan dat hij niet de gelegenheid had gekregen om een tegenrapport op te stellen, maar de Raad oordeelde dat hij meer dan een jaar de tijd had gehad om zijn bezwaar te motiveren. De minister had appellant tijdig geïnformeerd over de procedure en de mogelijkheid om bezwaargronden in te dienen. De Raad zag geen aanleiding om zelf een deskundige aan te wijzen en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.