Uitspraak
OVERWEGINGEN
2.2. Nadat appellante bezwaar had gemaakt tegen het besluit van 21 juni 2010 heeft de bezwaarverzekeringsarts een nader onderzoek ingesteld, bestaande uit dossieronderzoek en een gesprek met appellante tijdens de hoorzitting op 9 september 2010. Op grond van de resultaten daarvan heeft hij zich in het rapport van 16 november 2010 gesteld achter de conclusies van de verzekeringsarts. De bezwaarverzekeringsarts heeft geconstateerd dat appellante voor eind 2004 mogelijk/waarschijnlijk reeds bekend was met hypertensie, hypercholesterolmie en diabetes mellitus, maar dat deze aandoeningen niet gerelateerd waren aan haar arbeidsongeschiktheid op dat moment. De arbeidsongeschiktheid tot januari 2005 was het gevolg van onverklaarbare lichamelijke klachten en mentale onbalans. Duidelijk is volgens de bezwaarverzekeringsarts dat bij appellante sprake is van toegenomen functionele beperkingen door het CVA, echter dit betreft een andere ziekteoorzaak.