Uitspraak
21 juni 2012, 12/166 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van appellant tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar tegen besluiten van de Sociale verzekeringsbank (Svb) van 12 april en 12 mei 2011. Appellant had bezwaar gemaakt tegen de herziening van zijn recht op kinderbijslag en de terugvordering van teveel betaalde kinderbijslag, maar dit bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. De Raad oordeelt dat de Svb de besluiten op de juiste wijze heeft bekendgemaakt, aangezien deze naar het adres van appellant in Nederland zijn verzonden, waar hij in de gemeentelijke basisadministratie staat ingeschreven. Appellant had weliswaar aangegeven langere tijd in Turkije te verblijven, maar had niet expliciet verzocht om post naar dat adres te sturen. De bezwaartermijnen waren inmiddels verstreken, en de Raad kon geen redenen vinden om de overschrijding van de termijn verschoonbaar te achten. De uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep ongegrond had verklaard, werd door de Raad bevestigd. De Raad concludeert dat appellant niet tijdig bezwaar heeft gemaakt en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.