ECLI:NL:CRVB:2013:1146
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van nieuw gebleken feiten en veranderde omstandigheden in AOW-zaak
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 24 juli 2013, staat de vraag centraal of er sprake is van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden die aanleiding zouden moeten geven voor het herzien van een eerder besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) inzake de toekenning van een partnertoeslag aan appellant. Appellant, geboren in 1931, heeft in 1996 een ouderdomspensioen toegekend gekregen, maar geen recht op een partnertoeslag vanwege het inkomen van zijn echtgenote. In 2011 heeft de Svb echter een partnertoeslag toegekend met terugwerkende kracht, maar het verzoek van appellant om ook over de periode tot november 2005 een partnertoeslag te ontvangen werd afgewezen. De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, wat appellant in hoger beroep aanvecht.
De Raad overweegt dat een bestuursorgaan bevoegd is om een verzoek om terug te komen van een eerder besluit inhoudelijk te behandelen. Echter, de Raad stelt dat appellant geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden heeft aangevoerd die de Svb zouden moeten dwingen om het oorspronkelijke besluit te herzien. De Raad bevestigt dat de Svb in redelijkheid tot het bestreden besluit heeft kunnen komen en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een andere beslissing rechtvaardigen. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het beroep van appellant ongegrond is, en de Raad bevestigt deze uitspraak, met verbetering van gronden. Er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.