Uitspraak
24 november 2011, 11/764 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de herziening van de gedifferentieerde WAO-premie voor het jaar 2005, vastgesteld door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellante, een stichting die personeel heeft overgenomen van andere stichtingen, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Leeuwarden die het bezwaar tegen de herziening ongegrond verklaarde. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat het Uwv niet onzorgvuldig heeft gehandeld, ondanks het ontbreken van officiële instroomlijsten. Het Uwv heeft de herziening van de WAO-premie onderbouwd met een Excelbestand, waaruit blijkt hoe de premie is berekend. De Raad stelt vast dat appellante niet voldoende heeft aangetoond dat de toerekening van de arbeidsongeschiktheidslast onjuist was. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het Uwv bevoegd was om het eerdere besluit te herzien, ook al was dit nadelig voor appellante. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst op de verantwoordelijkheid van appellante om de benodigde informatie te verstrekken. De beslissing van de Centrale Raad van Beroep is openbaar uitgesproken op 19 juli 2013.