ECLI:NL:CRVB:2013:1001
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om bijzondere bijstand na termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van appellante tegen de afwijzing van haar verzoek om bijzondere bijstand. Appellante had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor kosten van inkomensbeheer en bewindvoering, maar deze aanvraag was ingediend meer dan een jaar na het ontstaan van de kosten. Het dagelijks bestuur van de intergemeentelijke sociale dienst Brunssum Onderbanken Landgraaf (ISD BOL) hanteerde een strikte gedragslijn dat aanvragen voor bijzondere bijstand tot uiterlijk één jaar na het ontstaan van de kosten konden worden ingediend. De Raad oordeelde dat deze gedragslijn als buitenwettelijk begunstigend beleid moet worden gekwalificeerd en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op deze regel rechtvaardigden.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante op 10 december 2008 een overeenkomst tot budgetbeheer had gesloten en dat de kosten voor budgetbeheer vanaf 1 januari 2009 zijn opgekomen. De aanvraag om bijzondere bijstand was pas op 20 oktober 2010 ingediend, wat meer dan een jaar na het ontstaan van de kosten was. De Raad oordeelde dat het dagelijks bestuur de aanvraag terecht had afgewezen, omdat deze niet binnen de gestelde termijn was ingediend. Appellante had aangevoerd dat de gedragslijn niet kenbaar was en dat er bijzondere omstandigheden waren, maar de Raad vond deze argumenten niet overtuigend.
De uitspraak van de rechtbank Maastricht, die het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard, werd door de Centrale Raad van Beroep bevestigd. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.