ECLI:NL:CRVB:2013:1000
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand met terugwerkende kracht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand door appellante, die in 2009 haar werk bij Maatwerk Nederland B.V. verloor. Appellante had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand over de periode van april 2009 tot en met december 2009, maar het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft deze aanvraag afgewezen. Het college stelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die het verlenen van bijstand met terugwerkende kracht rechtvaardigden. Appellante voerde aan dat zij in 2009 psychisch niet in staat was om tijdig een aanvraag in te dienen.
De Raad heeft vastgesteld dat volgens de geldende rechtspraak geen bijzondere bijstand kan worden verleend over een periode voorafgaand aan de aanvraagdatum, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn. De Raad oordeelde dat de door appellante aangevoerde omstandigheden, waaronder haar psychische toestand, niet als zodanig konden worden aangemerkt. De Raad concludeerde dat appellante voldoende op de hoogte was van de mogelijkheid om een overbruggingsuitkering aan te vragen, maar hier geen gebruik van heeft gemaakt. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep van appellante af.