ECLI:NL:CRVB:2012:BY7879
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenveroordeling in hoger beroep tegen de Sociale verzekeringsbank
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. C.A.J. de Roy van Zuydewijn, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 28 december 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 12-2246 ANW. De zaak betreft een verzoek om proceskostenveroordeling, waarbij de Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de Sociale verzekeringsbank (Svb) in de kosten van appellante moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 1311,--. Dit bedrag is opgebouwd uit € 874,-- voor de proceskosten in beroep en € 437,-- voor de proceskosten in hoger beroep.
De procedure begon toen de Svb op 14 augustus 2012 een nieuwe beslissing op bezwaar nam, waarna appellante op 31 augustus 2012 het hoger beroep introk en verzocht om de Svb te veroordelen in de proceskosten. De Svb heeft geen verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting is met toestemming van partijen achterwege gelaten. De Raad heeft vastgesteld dat het hoger beroep is ingetrokken omdat de Svb geheel tegemoet is gekomen aan de hoofdvordering van appellante.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Beroepswet genoemd, die van toepassing zijn op de proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door T.L. de Vries, met T. Hemelrijk-van den Oudenalder als griffier.