ECLI:NL:CRVB:2012:BY6544
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om uitstroompremie op basis van niet voldoen aan voorwaarden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Maastricht. De appellant, A. te B., had een aanvraag om een uitstroompremie ingediend, maar deze werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Heerlen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de appellant niet voldeed aan de voorwaarde dat hij minimaal zes maanden een WWB-uitkering diende te hebben ontvangen. De appellant had zijn aanvraag op 12 februari 2009 ingediend, terwijl de beleidsregels voor premieverstrekking op 29 januari 2009 in werking waren getreden. De Raad oordeelde dat de beleidsregels van toepassing waren op de aanvraag en dat de appellant niet in aanmerking kwam voor de uitstroompremie.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen de afwijzing ongegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep vernietigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat het bestreden besluit niet op een deugdelijke motivering berustte, omdat de voorwaarde van minimaal zes maanden WWB-uitkering niet expliciet in het Premiebeleid was opgenomen. De Raad concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag om uitstroompremie in overeenstemming was met het beleid, maar dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand konden blijven. De Raad veroordeelde het college in de proceskosten van de appellant tot een bedrag van € 1.518,-- en bepaalde dat het college het griffierecht van € 152,-- aan de appellant diende te vergoeden.