ECLI:NL:CRVB:2012:BY6085
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.C.P. Venema
- R. Scheffer
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens termijnoverschrijding in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 december 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellante, A. te B., had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het College voor zorgverzekeringen (Cvz) dat haar mededeelde dat zij verdragsgerechtigde was en een bijdrage verschuldigd was voor medische zorg in haar woonland. De rechtbank had het beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat zij de beroepstermijn had overschreden. De wettelijke termijn van zes weken voor het instellen van beroep was verstreken, en de rechtbank oordeelde dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding was. Appellante had aangevoerd dat zij door een zware hartoperatie in het ziekenhuis verbleef en daardoor niet in staat was om tijdig een beroepschrift in te dienen. De rechtbank vond echter dat appellante niet voldoende had onderbouwd dat zij gedurende de gehele beroepstermijn niet in staat was om een beroepschrift in te dienen of hulp van een derde in te schakelen.
In hoger beroep herhaalde appellante haar standpunt en overhandigde zij medische gegevens ter ondersteuning van haar claim. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding. De Raad stelde vast dat de wettelijke termijn voor het indienen van het beroepschrift was begonnen op 11 januari 2011 en geëindigd op 21 februari 2011. De Raad concludeerde dat appellante niet had aangetoond dat zij gedurende deze periode volledig buiten staat was om een beroepschrift in te dienen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.