ECLI:NL:CRVB:2012:BY4644
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R. Kooper
- M.R. Schuurman
- Rechtspraak.nl
Ingangsdatum na vervallen woonplaatsvereiste Wubo en toepassing van anti-hardheidsclausule
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep, staat de ingangsdatum van toekenningen op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo) centraal. Appellant, geboren in het voormalig Nederlands-Indië, had in april 2009 een aanvraag ingediend voor toekenningen op basis van de Wubo. De Pensioen- en Uitkeringsraad, als verweerder, erkende dat appellant was getroffen door oorlogsgeweld, maar bepaalde de ingangsdatum van de toekenningen op 1 mei 2008, in lijn met de wijziging van de wet die het woonplaatsvereiste verviel. Appellant was van mening dat de ingangsdatum eerder, op 1 september 2005, had moeten zijn, omdat dit de datum was waarop de eerste brieven in het kader van het Project gerichte benadering waren verstuurd. Hij betoogde dat hij niet de dupe mocht worden van de organisatorische keuzes van verweerder.
De Raad overwoog dat appellant tot 16 mei 2008 geen aanspraken op de Wubo kon ontlenen, omdat hij niet voldeed aan het woonplaatsvereiste. De Raad concludeerde dat er geen omstandigheden waren die verweerder hadden moeten aanzetten tot een eerdere ingangsdatum. Appellant had ook gewezen op een beleid dat in bepaalde gevallen het woonplaatsvereiste kon negeren, maar de Raad oordeelde dat dit beleid niet van toepassing was op appellant, aangezien hij nooit om toepassing van de anti-hardheidsclausule had verzocht. De Raad bevestigde dat de wetgever met de wijziging van de wet per 16 mei 2008 een bredere groep Wubo-gerechtigden wilde bereiken, maar dat dit niet betekende dat appellant eerder aanspraken kon maken op de Wubo.
De Centrale Raad van Beroep verklaarde het beroep van appellant ongegrond, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door R. Kooper als voorzitter, met M.R. Schuurman als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 29 november 2012.