ECLI:NL:CRVB:2012:BY4145

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
22 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-4174 AOR
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van AOR-uitkering op basis van longklachten zonder causaal verband met oorlogservaringen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 november 2012 uitspraak gedaan in het geding tussen A. te B. (appellant) en de Commissie Algemene Oorlogsongevallenregeling (verweerder). Het beroep van appellant was gericht tegen een besluit van verweerder van 16 juli 2010, waarbij een aanvraag voor een uitkering en voorzieningen op grond van de Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR) werd afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het ontbreken van een causaal verband tussen de longklachten van appellant en zijn oorlogservaringen in het voormalige Nederlands-Indië.

De Raad overwoog dat appellant in maart 2008 een aanvraag had ingediend, maar dat verweerder in een besluit van 28 januari 2010 had geconcludeerd dat de longklachten niet gerelateerd konden worden aan de oorlogsomstandigheden. De bezwaarverzekeringsarts, R.J. Roelofs, stelde vast dat de chronische bronchitis van appellant een atopische component had en dat er een erfelijke aanleg was voor allergische klachten binnen de familie. De artsen concludeerden dat de longklachten van appellant niet konden worden toegeschreven aan zijn oorlogservaringen, maar eerder aan genetische en constitutionele factoren.

De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat er geen medische gegevens waren die de conclusies van de medisch adviseurs van verweerder in twijfel trokken. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met A. Beuker-Tilstra als voorzitter en R. Kooper en G.L.M.J. Stevens als leden. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken, en er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.

Uitspraak

10/4174 AOR
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak in het geding tussen
Partijen:
[A. te B.] (appellant)
de Commissie Algemene Oorlogsongevallenregeling (verweerder)
Datum uitspraak: 22 november 2012
PROCESVERLOOP
[C.] (verder: betrokkene) heeft beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder van 16 juli 2010, kenmerk 0004645/CAOR. Dit betreft de toepassing van de Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR).
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Betrokkene is op [overlijdensdatum] overleden. Het geding is voortgezet door appellanten.
Het beroep is behandeld ter zitting van 11 oktober 2011, waar namens appellanten zijn verschenen [D.] en [E.], echtgenote en dochter van betrokkene. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. L.H.G. Belleflamme en mr. R.L.M.J. Gielen.
OVERWEGINGEN
1. In maart 2008 heeft betrokkene bij verweerder een aanvraag ingediend voor een uitkering en voorzieningen op grond van de AOR. Bij besluit van 28 januari 2010 heeft verweerder hierop afwijzend beslist. Overwogen is dat er geen causaal verband is tussen de longklachten van appellant en zijn oorlogservaringen in het voormalige Nederlands-Indië.
2. Betrokkene leed aan chronische bronchitis. Hij heeft naar voren gebracht dat de eerste bronchitis-aanval tijdens de oorlog plaatsvond en dat hij die aanvallen altijd heeft gehad sinds die tijd, met een gemiddelde van eens per jaar en de laatste jaren twee keer per jaar. Hij was niet onder behandeling van een longarts en gebruikte geen medicijnen voor zijn longklachten. De geneeskundig adviseur van verweerder, de arts R.J. Roelofs, heeft geconcludeerd dat deze chronische bronchitis een duidelijk atopische component heeft. Ook de kinderen en kleinkinderen van betrokkene hebben een allergische constitutie, met astmatische klachten, zodat ook sprake is van een erfelijke component. De longklachten kunnen volgens deze arts in geen geval gerelateerd worden aan de oorlogsomstandigheden. Er zijn duidelijk andere oorzaken. In bezwaar heeft de arts A.S.E.P. Textor nader geadviseerd. Ook deze arts heeft geconcludeerd dat de gevoeligheid van betrokkene voor ontwikkeling van de longaandoeningen werd bepaald door genetische aanleg en constitutionele factoren.
3. Er zijn geen medische gegevens die aan de onder 2 genoemde conclusies en bevindingen van de twee door verweerder ingeschakelde medisch adviseurs doen twijfelen. Dit betekent dat het bestreden besluit in rechte stand houdt en het beroep ongegrond moet worden verklaard.
4. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door A. Beuker-Tilstra als voorzitter en R. Kooper en G.L.M.J. Stevens als leden, in tegenwoordigheid van S.K. Dekker als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 22 november 2012.
(getekend) A. Beuker-Tilstra
(getekend) S.K. Dekker