ECLI:NL:CRVB:2012:BY4053
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering toekenning ANW-uitkering na overlijden echtgenoot
In deze zaak heeft appellante, A. te B., hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die op 1 december 2011 haar beroep ongegrond verklaarde. De zaak betreft de weigering van de Sociale verzekeringsbank (Svb) om appellante een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) toe te kennen, na het overlijden van haar echtgenoot op 18 november 2009. De Svb stelde dat de echtgenoot op de dag van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW, wat door de rechtbank werd bevestigd.
Appellante voerde in hoger beroep aan dat zij voor 1950 was geboren en volledig afhankelijk was van haar echtgenoot. Ze betoogde dat haar echtgenoot niet op de hoogte was van de voorwaarden voor de nabestaandenuitkering, die alleen aan vrouwen wordt toegekend wiens echtgenoten verzekerd zijn in het kader van de nabestaandenverzekering. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de echtgenoot van appellante niet verzekerd was op het moment van zijn overlijden, omdat hij in Marokko woonde en niet meer werkzaam was in Nederland.
De Raad concludeerde dat er geen reden was om van het oordeel van de rechtbank af te wijken. Bovendien bleek dat de echtgenoot ten tijde van zijn overlijden ook niet verzekerd was volgens de Marokkaanse wetgeving, waardoor er ook op basis van het sociale zekerheidsverdrag tussen Nederland en Marokko geen recht op een Nederlandse nabestaandenuitkering kon bestaan. De Centrale Raad van Beroep bevestigde daarom de uitspraak van de rechtbank en wees de proceskostenveroordeling af.
De uitspraak werd gedaan door E.E.V. Lenos, in tegenwoordigheid van Z. Karekezi als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 21 november 2012.