ECLI:NL:CRVB:2012:BY4053

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12-346 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering toekenning ANW-uitkering na overlijden echtgenoot

In deze zaak heeft appellante, A. te B., hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die op 1 december 2011 haar beroep ongegrond verklaarde. De zaak betreft de weigering van de Sociale verzekeringsbank (Svb) om appellante een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) toe te kennen, na het overlijden van haar echtgenoot op 18 november 2009. De Svb stelde dat de echtgenoot op de dag van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW, wat door de rechtbank werd bevestigd.

Appellante voerde in hoger beroep aan dat zij voor 1950 was geboren en volledig afhankelijk was van haar echtgenoot. Ze betoogde dat haar echtgenoot niet op de hoogte was van de voorwaarden voor de nabestaandenuitkering, die alleen aan vrouwen wordt toegekend wiens echtgenoten verzekerd zijn in het kader van de nabestaandenverzekering. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de echtgenoot van appellante niet verzekerd was op het moment van zijn overlijden, omdat hij in Marokko woonde en niet meer werkzaam was in Nederland.

De Raad concludeerde dat er geen reden was om van het oordeel van de rechtbank af te wijken. Bovendien bleek dat de echtgenoot ten tijde van zijn overlijden ook niet verzekerd was volgens de Marokkaanse wetgeving, waardoor er ook op basis van het sociale zekerheidsverdrag tussen Nederland en Marokko geen recht op een Nederlandse nabestaandenuitkering kon bestaan. De Centrale Raad van Beroep bevestigde daarom de uitspraak van de rechtbank en wees de proceskostenveroordeling af.

De uitspraak werd gedaan door E.E.V. Lenos, in tegenwoordigheid van Z. Karekezi als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 21 november 2012.

Uitspraak

12/346 ANW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 1 december 2011, 11/2691 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[A. te B.], Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak: 21 november 2012
PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 oktober 2012. Appellante is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.F. Sturmans.
OVERWEGINGEN
1. Appellante heeft een aanvraag om een uitkering in het kader van de Algemene nabestaandenwet (ANW) ingediend naar aanleiding van het overlijden van haar echtgenoot, [naam echtgenoot appellante], op 18 november 2009. Met een besluit van 22 maart 2011, gehandhaafd bij beslissing van 3 mei 2011 (bestreden besluit), heeft de Svb geweigerd appellante een ANW-uitkering toe te kennen, omdat [de echtgenoot] op de dag van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW.
2. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
3. In hoger beroep heeft appellante herhaald dat zij is geboren voor 1950, dat zij tijdens het huwelijk volledig ten laste kwam van haar echtgenoot en dat wijlen haar echtgenoot niet was ingelicht over het feit dat de nabestaandenuitkering alleen aan vrouwen wordt toegekend van wie de echtgenoten verzekerd zijn in het kader van de nabestaandenverzekering.
4.1. De Raad ziet geen reden tot een ander oordeel te komen dan de rechtbank. Uit artikel 13 van de ANW volgt dat is verzekerd krachtens die wet degene die ingezetene is of die geen ingezetene is, doch ter zake van in Nederland in dienstbetrekking verrichte arbeid aan de loonbelasting is onderworpen. Nu [de echtgenoot] ten tijde van zijn overlijden in Marokko woonde en niet meer werkzaam was in Nederland, was hij toen op grond van deze bepaling niet verzekerd ingevolge de ANW. Evenmin is gebleken dat [de echtgenoot] zich vrijwillig had verzekerd voor de ANW.
4.2. Tot slot stelt de Raad vast dat [de echtgenoot] ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was krachtens de Marokkaanse wetgeving, zodat ook op grond van artikel 22 van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko geen aanspraak op een Nederlandse nabestaandenuitkering kan bestaan.
5. Uit 4.1 en 4.2 volgt dat het hoger beroep niet slaagt, zodat de aangevallen uitspraak bevestigd zal worden.
6. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door E.E.V. Lenos, in tegenwoordigheid van Z. Karekezi als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 november 2012.
(getekend) E.E.V. Lenos
(getekend) Z. Karekezi.