ECLI:NL:CRVB:2012:BY3893
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Nabetaling Anw-uitkering en zorgvuldigheid bij uitbetaling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 november 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de nabetaling van een Anw-uitkering. De appellant, de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank, had betrokkene, [A. te B.], bij een herzien besluit op bezwaar op 5 oktober 2009 laten weten dat de uitkering met ingang van november 2004 zou worden voortgezet. Op 9 oktober 2009 heeft de Svb betrokkene medegedeeld dat zij recht had op een nabetaling van € 28.635,62, plus wettelijke rente van € 7.196,49. Het bezwaar tegen deze besluiten werd niet-ontvankelijk verklaard, maar de rechtbank Dordrecht vernietigde dit besluit later. De Centrale Raad oordeelde dat de Svb niet in strijd met de wet had gehandeld door de nabetaling in één keer uit te betalen zonder voorafgaand overleg met betrokkene. De Raad stelde vast dat er geen aanknopingspunten waren om te concluderen dat de Svb had moeten overleggen over de meest fiscaal gunstige tijdstippen van betaling, zoals betrokkene had bepleit. De vraag of betrokkene fiscale schade had geleden was niet aan de orde in deze procedure. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.