ECLI:NL:CRVB:2012:BY2771

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
8 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/6708 AOW + 11/6709 AOW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Herziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake nabestaandenuitkering

Op 8 november 2012 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 31 december 2008. Verzoekster, woonachtig in Marokko, had verzocht om herziening van deze uitspraak, waarin haar geen nabestaandenuitkering was toegekend. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) heeft gereageerd op dit verzoek en zich laten vertegenwoordigen door J.Y. van den Berg tijdens de zitting op 18 oktober 2012, waar verzoekster niet aanwezig was.

De Raad overweegt dat het verzoek om herziening is ingediend op basis van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat stelt dat herziening alleen mogelijk is op grond van nieuwe feiten of omstandigheden. Verzoekster heeft aangevoerd dat zij recht heeft op een nabestaandenuitkering, maar de Raad concludeert dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn gepresenteerd die een herziening rechtvaardigen. De omstandigheden die verzoekster aanvoert, zijn eerder al in de procedure van de uitspraak van 31 december 2008 naar voren gebracht.

De Raad wijst erop dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de eerdere uitspraak, tenzij er nieuwe feiten zijn. Aangezien verzoekster geen nieuwe feiten heeft aangedragen, wordt het verzoek om herziening afgewezen. De Raad ziet ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door T.L. de Vries, met Z. Karekezi als griffier.

Uitspraak

11/6708 AOW, 11/6709 AOW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 31 december 2008, 08/1164 en 08/4039
Partijen:
[Verzoekster] te Marokko (verzoekster)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak: 8 november 2012
PROCESVERLOOP
Verzoekster heeft verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 31 december 2008.
De Svb heeft een reactie op dit verzoek om herziening ingezonden.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 18 oktober 2012. Verzoekster is daar niet verschenen en de Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door J.Y. van den Berg.
OVERWEGINGEN
1. De Raad stelt voorop dat het door verzoekster bij brief van 30 september 2011 ingediende verzoek aangemerkt wordt als een verzoek om herziening van de uitspraak van 31 december 2008, nu daarin wordt aangegeven dat ten onrechte geen nabestaandenuitkering aan verzoekster is toegekend. Daarbij wordt erop gewezen dat al eerder is overwogen, onder meer in de uitspraak van 18 mei 2006 (LJN AX6446) dat op grond van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) immer van een oorspronkelijke uitspraak herziening kan worden gevraagd.
2. Ingevolge artikel 8:88, eerste lid, van de Awb kan op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien worden op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak;
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Raad eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
3. Verzoekster heeft in haar verzoek om herziening aangevoerd dat zij het niet eens is met de uitspraak van de Raad van 31 december 2008, omdat zij meent aanspraak te kunnen maken op een nabestaandenuitkering.
4. Zoals de Raad reeds eerder heeft overwogen is het (bijzondere) rechtsmiddel van herziening niet gegeven om anders dan op grond van enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb juncto artikel 21 van de Beroepswet, een hernieuwde discussie over de betrokken uitspraak te openen. Het verzoek om herziening dient dan ook te worden afgewezen, nu gesteld noch gebleken is dat namens verzoekster enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in genoemde bepalingen van de Awb, naar voren is gebracht. Daarbij wijst de Raad erop dat de door verzoekster aangevoerde omstandigheden ook al naar voren zijn gebracht in de procedure die heeft geleid tot de uitspraak van 31 december 2008.
5. Voor het geval verzoekster beoogd heeft herziening te vragen van de uitspraak van 2 september 2011, waarbij een eerder herzieningsverzoek van haar is afgewezen, wordt opgemerkt dat al eerder is beslist in de uitspraak van 18 mei 2006 (LJN AX6446) dat een verzoek om herziening van een reeds eerder met toepassing van artikel 8:88 van de Awb gewezen uitspraak als zinloos en dus als in het systeem van de Awb niet passend wordt beschouwd, omdat immer van een oorspronkelijke uitspraak herziening kan worden gevraagd als de in dat artikel genoemde omstandigheden zich voordoen.
6. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door T.L. de Vries in tegenwoordigheid van Z. Karekezi als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 8 november 2012.
(getekend) T.L. de Vries
(getekend) Z. Karekezi
KR
III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale);
statue:
Rejète la demande de révision.
Par conséquent, décidée par T.L. de Vries, en présence de Z. Karekezi en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, 8 novembre 2012.