ECLI:NL:CRVB:2012:BY2111
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om vergoeding van verhuis- en herinrichtingskosten voor burger-oorlogsslachtoffer
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep, is op 1 november 2012 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag om vergoeding van verhuis- en herinrichtingskosten door de erven van een erkend burger-oorlogsslachtoffer. Betrokkene, geboren in 1926 en overleden op 19 juli 2011, had een aanvraag ingediend voor vergoeding van kosten in verband met zijn verhuizing van Zutphen naar Groningen. De aanvraag werd afgewezen op basis van het beleid van de Sociale verzekeringsbank, dat stelt dat een vergoeding alleen kan worden toegekend als de verhuizing medisch noodzakelijk is door causale klachten. De Raad oordeelde dat de verhuizing niet medisch noodzakelijk was, aangezien de verhuizing voornamelijk voortkwam uit de wens van betrokkene om dichter bij zijn kinderen te wonen, en niet uit een noodzaak die voortkwam uit zijn lichamelijke klachten. De Raad baseerde zijn oordeel op adviezen van geneeskundig adviseurs en informatie van de huisarts en cardioloog, die bevestigden dat er geen medische noodzaak was voor de verhuizing. De Raad concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag zorgvuldig was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Het beroep van de appellanten werd ongegrond verklaard.