ECLI:NL:CRVB:2012:BY0117

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
12 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12-3224 AOW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht

In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde Mr. M.P. Santokhi, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. De Centrale Raad van Beroep heeft op 12 oktober 2012 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 12-3224 AOW. De kern van de zaak betreft de niet-tijdige betaling van het griffierecht, dat op grond van artikel 22 van de Beroepswet verschuldigd is. De gemachtigde van appellant is op 14 juni 2012 en opnieuw op 17 juli 2012 gewezen op de verplichting om het griffierecht van € 115,-- tijdig te betalen. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet binnen de gestelde termijn voldaan.

De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er op basis van de beschikbare gegevens redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest. Hierdoor heeft de Raad het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De Raad heeft voorts overwogen dat het hoger beroep ook om andere redenen niet-ontvankelijk verklaard had kunnen worden, namelijk omdat het beroepschrift niet de gronden van het hoger beroep bevatte en dit verzuim niet binnen de gestelde termijn was hersteld.

De uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van griffier T. Hemelrijk-van den Oudenalder. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet te doen bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

12/3224 AOW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 2 mei 2012, 11/8324 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[A. te B.] (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak: 12 oktober 2012
PROCESVERLOOP
Mr. M.P. Santokhi heeft als gemachtigde van appellant hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
OVERWEGINGEN
In artikel 22 van de Beroepswet is bepaald dat van de indiener van het beroepschrift een griffierecht wordt geheven.
Bij brief van 14 juni 2012 is de gemachtigde van appellant erop gewezen dat een griffierecht van € 115,-- is verschuldigd, en is medegedeeld dat het volledige verschuldigde bedrag uiterlijk 28 dagen na de dag van verzending van de brief op de bankrekening van de Centrale Raad van Beroep moet zijn bijgeschreven.
Bij aangetekende brief van 17 juli 2012 is de gemachtigde van appellant nogmaals gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en is medegedeeld dat het verschuldigde bedrag binnen 28 dagen dient te zijn bijgeschreven op de rekening van de Centrale Raad van Beroep dan wel ter griffie dient te zijn gestort. Daarbij is erop gewezen dat als het griffierecht niet tijdig betaald is, appellant er rekening mee moet houden dat het (hoger) beroep niet inhoudelijk behandeld zal worden.
De Raad stelt vast dat het griffierecht niet binnen de termijn is betaald.
Nu op grond van de beschikbare gegevens redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest, acht de Raad het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk, zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
De Raad overweegt voorts ten overvloede dat het hoger beroep eveneens niet-ontvankelijk verklaard zou kunnen worden op de grond dat het beroepschrift niet de gronden van het hoger beroep bevat en dat dit verzuim niet binnen de daartoe gestelde termijn is hersteld.
Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van T. Hemelrijk-van den Oudenalder als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 12 oktober 2012.
(getekend) T.L. de Vries
(getekend) T. Hemelrijk-van den Oudenalder
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.