ECLI:NL:CRVB:2012:BX8780
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- C.W.J. Schoor
- C.C.W. Lange
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WAO-uitkering van appellant, die zich opnieuw arbeidsongeschikt had gemeld wegens hoofdpijn en depressieve klachten. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht de uitkering heeft ingetrokken, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid op de datum in geding, 29 augustus 2007, minder dan 15% was. Appellant had eerder een uitkering ontvangen op basis van een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%, maar het Uwv concludeerde dat zijn klachten op de relevante datum niet ernstiger waren dan aangenomen. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, en de Raad onderschrijft deze overwegingen. De Raad verwijst naar verschillende medische rapportages, waaronder die van de verzekeringsarts, die bevestigen dat er geen manifeste psychopathologie aanwezig was en dat de klachten van appellant niet substantieel waren veranderd. De Raad concludeert dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn beperkingen voor arbeid ernstiger zijn dan het Uwv heeft vastgesteld. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.