ECLI:NL:CRVB:2012:BX7956
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.E.V. Lenos
- G.J. van Gendt
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om ouderdomspensioen ingevolge de AOW door de Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant, A. te B., die in Marokko woont, hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om een ouderdomspensioen op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW). Appellant heeft in juli 2009 de Sociale verzekeringsbank (Svb) verzocht om hem een AOW-pensioen toe te kennen, waarbij hij aangaf dat hij in 1945 is geboren en in 1971 en 1972 in Nederland heeft gewoond en gewerkt bij Scheepsonderhoudsbedrijf J. de Bruyn B.V. De Svb heeft echter op 8 januari 2010 zijn aanvraag afgewezen, omdat niet was gebleken dat appellant voor de AOW verzekerd was geweest. Dit besluit werd later door de Svb in een besluit op bezwaar op 18 mei 2010 bevestigd, waarbij werd gesteld dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij in Nederland had gewoond of gewerkt.
De rechtbank Amsterdam heeft in de aangevallen uitspraak op 21 december 2010 het beroep van appellant tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de Svb voldoende onderzoek had verricht en dat de stellingen van appellant niet konden worden bevestigd door de beschikbare gegevens. In hoger beroep heeft appellant opnieuw gesteld dat hij in Nederland heeft gewerkt en gewoond, maar de Centrale Raad van Beroep heeft deze argumenten niet kunnen onderbouwen met voldoende bewijs.
De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat het hoger beroep van appellant niet slaagt. De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door E.E.V. Lenos, in tegenwoordigheid van G.J. van Gendt als griffier, en is openbaar uitgesproken op 21 september 2012. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.