ECLI:NL:CRVB:2012:BX6937
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens te late betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 september 2012 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar hoger beroep. De Raad had eerder, op 16 mei 2012, geoordeeld dat het griffierecht niet tijdig was betaald, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De appellante, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, heeft verzet aangetekend, maar de Raad oordeelt dat er geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die rechtvaardigen dat appellante niet kan worden verweten dat het griffierecht te laat is betaald. De gemachtigde van appellante had het griffierecht aan een derde betaald, maar er was geen bewijs van deze betaling. De Raad benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor tijdige betaling van het griffierecht bij appellante ligt, ongeacht of zij een derde heeft ingeschakeld voor de betaling. De Raad heeft vastgesteld dat de betaling van het griffierecht op 8 mei 2012 is ontvangen, wat buiten de gestelde termijn was. De Raad verklaart het verzet ongegrond en besluit dat het te laat betaalde griffierecht van € 112,- aan appellante zal worden terugbetaald. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.