ECLI:NL:CRVB:2012:BX6928
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake nabestaandenuitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 september 2012 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 10 februari 2012. In die eerdere uitspraak was het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De laatste dag waarop het beroepschrift tijdig kon worden ingediend was 26 januari 2011, maar het beroepschrift was pas op 25 november 2011 verzonden en op 2 december 2011 ontvangen door de Raad.
Appellante heeft in verzet geen verklaring gegeven voor de te late indiening van het beroepschrift. Ze heeft enkel aangevoerd dat zij meent dat de Raad de termijnen niet in acht neemt, omdat zij de uitspraak van 10 februari 2012 pas op 29 februari 2012 heeft ontvangen. Daarnaast heeft appellante haar gronden uiteengezet voor de aanvraag van een nabestaandenuitkering op basis van de Algemene Nabestaandenwet.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante in verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die de eerdere uitspraak van 10 februari 2012 zouden kunnen ondermijnen. De Raad concludeert dat het verzet ongegrond is en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en is openbaar uitgesproken op 3 september 2012.