ECLI:NL:CRVB:2012:BX6546
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de Ziektewetuitkering van een appellant met verslaving en psychische problemen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 september 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de beëindiging van de Ziektewet (ZW) uitkering van appellant, die zich had ziek gemeld vanwege psychische problemen en een verslaving aan verdovende middelen. De rechtbank had geoordeeld dat de verslaving niet als ziekte of gebrek werd aangemerkt, tenzij er uit de verslaving gebreken voortvloeien of indien deze noodzaakt tot klinische opname of behandeling. De Raad bevestigde dat het medisch onderzoek door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om aan te nemen dat de medische beperkingen van appellant waren onderschat.
Appellant had in hoger beroep zijn standpunt herhaald dat zijn medische beperkingen niet goed waren ingeschat en dat hij, mede gezien zijn depressieve klachten, niet in staat was om zijn functie als magazijnmedewerker te vervullen. De Raad oordeelde echter dat het Uwv op basis van de beschikbare medische gegevens en het rapport van de bezwaarverzekeringsarts tot de juiste conclusie was gekomen dat appellant per 28 juni 2010 geschikt was voor zijn arbeid. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldig medisch onderzoek en de criteria waaronder een verslaving als ziekte of gebrek kan worden aangemerkt. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.