ECLI:NL:CRVB:2012:BX6459
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Gegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 augustus 2012 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van 15 juni 2012. In die uitspraak was het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellante heeft in haar verzetschrift stukken van haar Marokkaanse bank overgelegd, waaruit blijkt dat zij binnen de gestelde termijn de bank opdracht heeft gegeven om het griffierecht over te maken. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het niet duidelijk is waarom het bedrag pas enkele weken later op de rekening van de Raad is bijgeschreven. Dit roept vragen op over de tijdigheid van de betaling en de mogelijkheid dat appellante niet in verzuim is geweest.
De Raad benadrukt het belang van het recht op toegang tot de rechter, zoals verankerd in artikel 6, lid 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dit recht houdt in dat in situaties waarin er twijfel bestaat over de tijdigheid van de betaling, de rechtzoekende het voordeel van de twijfel moet krijgen. Gezien de overgelegde bankstukken en de omstandigheden van de zaak, verklaart de Centrale Raad van Beroep het verzet gegrond. De eerdere uitspraak van 15 juni 2012 wordt vernietigd en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De Raad heeft geen kosten vastgesteld die voor vergoeding in aanmerking komen.
De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, en is openbaar uitgesproken op 30 augustus 2012.