ECLI:NL:CRVB:2012:BX6459

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
30 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12-667 ANW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 augustus 2012 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van 15 juni 2012. In die uitspraak was het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellante heeft in haar verzetschrift stukken van haar Marokkaanse bank overgelegd, waaruit blijkt dat zij binnen de gestelde termijn de bank opdracht heeft gegeven om het griffierecht over te maken. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het niet duidelijk is waarom het bedrag pas enkele weken later op de rekening van de Raad is bijgeschreven. Dit roept vragen op over de tijdigheid van de betaling en de mogelijkheid dat appellante niet in verzuim is geweest.

De Raad benadrukt het belang van het recht op toegang tot de rechter, zoals verankerd in artikel 6, lid 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dit recht houdt in dat in situaties waarin er twijfel bestaat over de tijdigheid van de betaling, de rechtzoekende het voordeel van de twijfel moet krijgen. Gezien de overgelegde bankstukken en de omstandigheden van de zaak, verklaart de Centrale Raad van Beroep het verzet gegrond. De eerdere uitspraak van 15 juni 2012 wordt vernietigd en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De Raad heeft geen kosten vastgesteld die voor vergoeding in aanmerking komen.

De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, en is openbaar uitgesproken op 30 augustus 2012.

Uitspraak

12/667 ANW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam 23 december 2011, 11/3212 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[A. te B. ] (appellante)
De Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Datum uitspraak: 30 augustus 2012
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 15 juni 2012 heeft de Raad het door appellante tegen de aangevallen uitspraak ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 15 juni 2012 heeft appellante verzet gedaan.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 15 juni 2012 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet tijdig is betaald, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
Bij het verzetschrift heeft appellante stukken van haar Marokkaanse bank gevoegd die - ten minste - het vermoeden rechtvaardigen dat appellante binnen de haar voor de betaling van het griffierecht gestelde (eerste) termijn de bank opdracht heeft gegeven het griffierecht over te maken en dat de bank dat binnen die termijn ook heeft gedaan. Niet valt na te gaan waardoor het bedrag pas enkele weken daarna, en daarmee buiten de gestelde (tweede) termijn, is bijgeschreven op de rekening van de Raad. Het in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden verankerde recht op toegang tot de rechter vergt dat de rechtzoekende in een dergelijke situatie het voordeel van de twijfel krijgt.
Dit betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard, de uitspraak van de Raad van 15 juni 2012 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Van kosten waarop een veroordeling in de proceskosten van het verzet betrekking kan hebben, is de Raad niet gebleken.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 30 augustus 2012.
(get.) T.G.M. Simons
(get.) D.W.M. Kaldenhoven
III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
Déclare le recours fondé
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 30 août 2012.