ECLI:NL:CRVB:2012:BX6159
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. Beuker-Tilstra
- P.W.J. Hospel
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verlaging van het aantal uren huishoudelijke hulp en de ontvankelijkheid van het beroep
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 23 augustus 2012, zijn twee beroepen behandeld die voortvloeien uit besluiten van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. De appellante, erkend als burger-oorlogsslachtoffer op basis van blijvende psychische invaliditeit, had bezwaar gemaakt tegen de verlaging van het aantal vergoede uren voor huishoudelijke hulp van vier naar drie uren per week, en de stopzetting van deze vergoeding. De Raad heeft vastgesteld dat de verweerder, de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank, bij het vergoeden van het aantal uren huishoudelijke hulp mocht afgaan op de door appellante verstrekte gegevens. Het argument van appellante dat er sprake was van een onjuiste opgave door persoonlijke omstandigheden of een verschrijving werd niet overtuigend geacht. Hierdoor werd het beroep met nummer 08/6733 WUBO ongegrond verklaard.
Voor het tweede beroep, 08/6734 WUBO, heeft de Raad vastgesteld dat verweerder met een nadere beslissing geheel tegemoet is gekomen aan de beroepsgronden van appellante, waardoor er geen procesbelang meer bestond bij de beoordeling van het oorspronkelijke besluit. Dit leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De Raad heeft verweerder bovendien veroordeeld in de kosten van appellante tot een bedrag van € 322,- en bepaald dat het door appellante betaalde griffierecht van € 35,- vergoed dient te worden. De uitspraak benadrukt de rol van de verstrekte gegevens door appellante en de voorwaarden waaronder de vergoedingen voor huishoudelijke hulp worden vastgesteld.