ECLI:NL:CRVB:2012:BX6123
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. Beuker-Tilstra
- M.R. Schuurman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om erkenning als burger-oorlogsslachtoffer onder de Wubo
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 augustus 2012 uitspraak gedaan in het geding tussen appellante en de Pensioen en Uitkeringsraad. Appellante, geboren in 1942 in het voormalige Nederlands-Indië, had een aanvraag ingediend voor erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). De aanvraag werd afgewezen door verweerder op 25 november 2010, en dit besluit werd gehandhaafd in het bestreden besluit van 5 april 2011. Verweerder stelde dat appellante niet voldoende had aangetoond dat zij direct betrokken was bij oorlogsgeweld zoals bedoeld in de Wubo.
Tijdens de zitting op 26 juli 2012 heeft appellante betoogd dat zij wel degelijk direct getroffen is door oorlogsgeweld, onderbouwd met historische gegevens en verklaringen van haar zus. De Raad heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is voor directe betrokkenheid van appellante bij de beschietingen in de omgeving van de kampementen waar zij verbleef. De Raad heeft vastgesteld dat appellante ongetwijfeld angstige ervaringen heeft gehad, maar dat deze ervaringen niet voldoen aan de criteria voor erkenning als burger-oorlogsslachtoffer volgens de Wubo.
De Raad heeft het bestreden besluit in stand gelaten en het beroep ongegrond verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijs voor directe betrokkenheid bij oorlogsgeweld voor erkenning onder de Wubo.