ECLI:NL:CRVB:2012:BX6108
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. Beuker-Tilstra
- M.R. Schuurman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van onvoldoende nieuwe feiten
In deze zaak heeft appellant, A.J.J. van Ommen, beroep ingesteld tegen een besluit van de Pensioen en Uitkeringsraad, waarin zijn verzoek om erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo) werd afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het ontbreken van relevante nieuwe feiten of gegevens die de eerdere beslissing konden onderbouwen. Appellant, geboren in 1937 in het voormalige Nederlands-Indië, had eerder in 2000 een aanvraag ingediend die was afgewezen omdat er geen bevestiging was van zijn betrokkenheid bij beschietingen tijdens de Bersiap-periode.
Appellant heeft in de loop der jaren meerdere verzoeken tot herziening ingediend, maar telkens werd geconcludeerd dat er geen nieuwe feiten waren die de afwijzing konden rechtvaardigen. In zijn beroep verwees appellant naar een geanonimiseerd advies dat suggereerde dat de wijk waar hij woonde, betrokken was bij bombardementen, maar de Raad oordeelde dat deze informatie niet voldoende was om aan te nemen dat appellant zelf door oorlogsgeweld was getroffen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de door appellant aangedragen feiten niet nieuw waren en dat de eerdere afwijzing terecht was. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was om het bestreden besluit te herzien en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door A. Beuker-Tilstra, met M.R. Schuurman als griffier, en vond plaats op 30 augustus 2012.