ECLI:NL:CRVB:2012:BX6092

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
28 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-6585 AOW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrond verklaring van verzet inzake griffierecht in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 augustus 2012 uitspraak gedaan over het verzet van een appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 13 april 2012. De Raad had in die uitspraak het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn was ontvangen. De appellant, woonachtig in Marokko, had iemand in Nederland gevraagd om het griffierecht te betalen, maar deze persoon had dit te laat gedaan. De Raad oordeelde dat het griffierecht op 27 maart 2012 was ontvangen, wat buiten de gestelde termijn viel. De appellant voerde aan dat hij toestemming nodig had om geld per post naar het buitenland te versturen, maar de Raad oordeelde dat dit niet voldoende was om hem niet in verzuim te achten. De Raad concludeerde dat de appellant geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die rechtvaardigden dat hij niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de te late betaling van het griffierecht. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard. De Raad besloot dat het bedrag van het te laat betaalde griffierecht (€ 112,-) aan de appellant zou worden terugbetaald, maar er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

11/6585 AOW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 16 juli 2010, 08/2965 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats], Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak 28 augustus 2012.
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 13 april 2012 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 13 april 2012 heeft appellant verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 2 augustus 2012, waar partijen - de Svb met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 13 april 2012 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de bij - aangetekend verzonden - brief van 6 februari 2012 gestelde termijn van vier weken is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
Het griffierecht is door de Raad op 27 maart 2012, en daarmee buiten de gestelde termijn, ontvangen.
In het verzetschrift heeft appellant verklaard dat hij in Marokko toestemming nodig heeft om geld per post naar het buitenland te versturen. Aangezien het verkrijgen van toestemming veel tijd kost, heeft appellant iemand in Nederland verzocht het verschuldigde griffierecht voor hem te voldoen. Deze persoon heeft het griffierecht te laat betaald.
De Raad stelt vast dat appellant in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die leiden tot het oordeel dat appellant redelijkerwijs niet kan worden verweten dat het griffierecht te laat is betaald. In de brief van de Raad van 6 februari 2012 staat duidelijk vermeld binnen welke termijn het verschuldigde griffierecht dient te worden betaald. Dat de door appellant ingeschakelde persoon het griffierecht te laat heeft betaald, komt voor rekening en risico van appellant.
Gelet op het voorgaande dient het verzet ongegrond te worden verklaard.
Het bedrag van het te laat betaalde griffierecht (€ 112,-) zal door de griffier van de Raad aan appellant worden terugbetaald.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 28 augustus 2012.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven
GdJ
DECISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d’Appel Centrale),
statue:
Déclare le recours non fondé.
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité
de greffier, ainsi que prononcée en public, le 28 Août 2012.