ECLI:NL:CRVB:2012:BX5804
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake WAO-V
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 augustus 2012 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 30 maart 2012, waarin het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk was verklaard. De zaak betreft een geschil over de toelaatbaarheid van het hoger beroep in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO-V). Appellant had verzet aangetekend omdat hij stelde dat hij de relevante correspondentie van de Raad niet had ontvangen. De Raad heeft vastgesteld dat de uitnodiging om de gronden van het hoger beroep in te dienen op het juiste adres was verzonden, maar dat de aangetekende brief retour was gekomen met de vermelding 'non reclamé'. Volgens de vaste rechtspraak dienen de gevolgen van het niet afhalen van een poststuk voor rekening van de geadresseerde te blijven, tenzij kan worden aangetoond dat er sprake was van een onjuiste of onduidelijke adressering. De Raad concludeerde dat appellant in dit geval niet in verzuim was geweest en dat het verzet ongegrond moest worden verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien om appellant in de proceskosten te veroordelen. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven.