ECLI:NL:CRVB:2012:BX5803

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-5467 WAO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van verzoek om herziening van uitspraak inzake griffierecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 augustus 2012 uitspraak gedaan over het verzet van verzoeker tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn verzoek om herziening van een eerdere uitspraak. De Raad had op 6 april 2012 geoordeeld dat verzoeker niet had voldaan aan de betaling van het griffierecht binnen de gestelde termijn. Verzoeker had in zijn verzetschrift geen feiten of omstandigheden aangevoerd die de eerdere uitspraak konden weerleggen. Tijdens de zitting op 2 augustus 2012 waren de partijen niet verschenen, met uitzondering van het Uwv, dat voorafgaand aan de zitting had afgemeld.

De Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht niet was betaald en dat verzoeker geen verklaring had gegeven voor deze niet-betaling. Hoewel verzoeker aangaf bereid te zijn het griffierecht alsnog te voldoen, bood het wettelijke stelsel geen ruimte voor het verlenen van een nieuwe termijn voor betaling. De Raad concludeerde dat het verzet ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.

De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum. De Centrale Raad van Beroep verklaarde het verzet van verzoeker ongegrond, waarmee de eerdere beslissing in stand bleef.

Uitspraak

11/5467 WAO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, in verbinding met artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 17 augustus 2011, 10/6378
Partijen:
[verzoeker] te [woonplaats], Marokko (verzoeker)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 23 augustus 2012
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 6 april 2012 heeft de Raad het door verzoeker gedane verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 17 augustus 2011, 10/6378, niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 6 april 2012 heeft verzoeker verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 2 augustus 2012, waar partijen - het Uwv met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 6 april 2012 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de bij - aangetekend verzonden - brief van 9 december 2011 gestelde (laatste) termijn van twaalf weken is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat verzoeker niet in verzuim is geweest.
Vaststaat dat het griffierecht niet is betaald.
In het verzetschrift heeft verzoeker geen verklaring gegeven voor het feit dat hij het griffierecht niet heeft betaald. Wel heeft hij aangegeven bereid te zijn het verschuldigde griffierecht (alsnog) te voldoen.
De Raad is van oordeel dat verzoeker in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die leiden tot het oordeel dat de uitspraak van de Raad van 6 april 2012 onjuist is. Het wettelijke stelsel biedt geen ruimte om verzoeker een nieuwe termijn voor de betaling van het griffierecht te gunnen.
Dit betekent dat het verzet ongegrond dient te worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 23 augustus 2012.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven
NW
DECISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d’Appel Centrale),
statue:
Déclare le recours non fondé.
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 23 Août 2012.