ECLI:NL:CRVB:2012:BX5803
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van verzoek om herziening van uitspraak inzake griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 augustus 2012 uitspraak gedaan over het verzet van verzoeker tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn verzoek om herziening van een eerdere uitspraak. De Raad had op 6 april 2012 geoordeeld dat verzoeker niet had voldaan aan de betaling van het griffierecht binnen de gestelde termijn. Verzoeker had in zijn verzetschrift geen feiten of omstandigheden aangevoerd die de eerdere uitspraak konden weerleggen. Tijdens de zitting op 2 augustus 2012 waren de partijen niet verschenen, met uitzondering van het Uwv, dat voorafgaand aan de zitting had afgemeld.
De Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht niet was betaald en dat verzoeker geen verklaring had gegeven voor deze niet-betaling. Hoewel verzoeker aangaf bereid te zijn het griffierecht alsnog te voldoen, bood het wettelijke stelsel geen ruimte voor het verlenen van een nieuwe termijn voor betaling. De Raad concludeerde dat het verzet ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum. De Centrale Raad van Beroep verklaarde het verzet van verzoeker ongegrond, waarmee de eerdere beslissing in stand bleef.