ECLI:NL:CRVB:2012:BX5802
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake AOW
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 augustus 2012 uitspraak gedaan over het verzet van een appellant tegen een eerdere uitspraak van 16 september 2011. In die eerdere uitspraak was het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. De appellant, woonachtig in Marokko, had aangevoerd dat hij het griffierecht contant had betaald en had bewijsstukken overgelegd, waaronder een verzendbewijs van een aangetekende brief.
De Raad heeft echter vastgesteld dat er geen bewijs was dat de brief met de betaling was ontvangen. De financiële administratie van de Raad toonde geen betaling aan van de appellant. Bovendien had de Raad de appellant eerder geadviseerd om bij het postbedrijf in Marokko navraag te doen over de verzending van zijn brief, maar de appellant had deze termijn ongebruikt laten verstrijken.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de eerdere uitspraak van 16 september 2011 konden weerleggen. Het verzet van de appellant werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.