ECLI:NL:CRVB:2012:BX5752

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/7284 AKW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 augustus 2012 uitspraak gedaan over het verzet van appellante, A. te B., tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar hoger beroep. De zaak betreft een geschil over de betaling van het griffierecht in het kader van een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 28 oktober 2011. De Raad had eerder, op 23 maart 2012, het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellante had het griffierecht pas op 28 februari 2012, dus na de gestelde termijn van vier weken, voldaan. In het verzetschrift heeft appellante geen geldige redenen aangevoerd voor de late betaling, maar enkel aangegeven bereid te zijn het griffierecht opnieuw te betalen. Tijdens de zitting op 2 augustus 2012 zijn partijen niet verschenen, wat de behandeling van het verzet niet heeft beïnvloed. De Raad heeft overwogen dat er geen feiten of omstandigheden zijn die de eerdere uitspraak van 23 maart 2012 onjuist maken. Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en is openbaar uitgesproken. Tevens is bepaald dat het te laat betaalde griffierecht van € 112,- aan appellante zal worden terugbetaald, maar er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.

Uitspraak

11/7284 AKW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 28 oktober 2011, 11/1239 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[A. te B.], Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 23 maart 2012 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 23 maart 2012 heeft appellante verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 2 augustus 2012, waar partijen - de Svb met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 23 maart 2012 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de bij - aangetekend verzonden - brief van 30 januari 2012 gestelde termijn van vier weken is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
Het griffierecht is door de Raad op 28 februari 2012, en daarmee buiten de gestelde termijn, ontvangen.
In het verzetschrift heeft appellante geen reden aangevoerd voor de late betaling van het griffierecht. Appellante stelt slechts dat zij bereid is het griffierecht opnieuw te betalen.
Nu niet is gebleken van feiten of omstandigheden die leiden tot het oordeel dat de uitspraak van de Raad van 23 maart 2012 onjuist is, moet het verzet ongegrond worden verklaard.
Het bedrag van het te laat betaalde griffierecht (€ 112,-) zal door de griffier van de Raad aan appellante worden terugbetaald.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 augustus 2012.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven
NW
DECISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d’Appel Centrale).
statue:
Déclare le recours non fondé.
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public le 20 Août 2012.