ECLI:NL:CRVB:2012:BX5614

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-7110 ANW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 augustus 2012 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van 30 maart 2012. In die uitspraak werd het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellante stelde dat zij het griffierecht binnen de gestelde termijn had betaald, maar dat de betaling pas na afloop van de termijn was ontvangen. De Raad heeft echter vastgesteld dat er geen bewijs was van deze betaling in de financiële administratie en dat appellante geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die de eerdere uitspraak konden weerleggen.

De zitting ter behandeling van het verzet vond plaats op 2 augustus 2012, maar de Sociale verzekeringsbank (Svb) was niet verschenen. De Raad oordeelde dat appellante in verzet geen nieuwe argumenten had aangedragen die de eerdere beslissing konden ondermijnen. Het wettelijke stelsel biedt geen mogelijkheid om appellante een nieuwe termijn voor de betaling van het griffierecht te geven. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard en werd er geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.

De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum. De Centrale Raad van Beroep bevestigde dat het verzet ongegrond was en dat de eerdere uitspraak in stand bleef.

Uitspraak

11/7110 ANW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 2 november 2011, 11/775 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante] te [woonplaats], Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak 20 augustus 2012.
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 30 maart 2012 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 30 maart 2012 heeft appellante verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 2 augustus 2012, waar partijen - de Svb met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 30 maart 2012 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de bij - aangetekend verzonden - brief van 23 januari 2012 gestelde termijn van vier weken is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
In het verzetschrift heeft appellante verklaard dat zij het griffierecht binnen de gestelde termijn heeft betaald, maar dat het bedrag eerst na afloop van de termijn is ontvangen. Zij is bereid het verschuldigde griffierecht opnieuw te voldoen.
In de financiële administratie van de Raad is geen door of namens appellante gedane betaling aangetroffen. Appellante heeft de gestelde betaling van het griffierecht niet met bewijsstukken onderbouwd.
De Raad oordeelt dat appellante in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die leiden tot het oordeel dat de uitspraak van de Raad van 30 maart 2012 onjuist is. Het wettelijke stelsel biedt geen ruimte om appellante een nieuwe termijn voor de betaling van het griffierecht te gunnen.
Dit betekent dat het verzet ongegrond dient te worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 augustus 2012.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven
NW
DECISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d’Appel Centrale).
statue:
Déclare le recours non fondé.
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public le 20 Août 2012.