ECLI:NL:CRVB:2012:BX4980

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
17 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-6379 WAO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens te late indiening

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 augustus 2012 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. Het hogerberoepschrift was te laat ingediend, en de Raad heeft vastgesteld dat appellant geen bewijsstukken heeft overgelegd die aantonen dat hij de aangevallen uitspraak op een tijdstip heeft ontvangen waarop hij nog tijdig hoger beroep kon instellen. De laatste dag voor het indienen van het hoger beroepschrift was 20 oktober 2011, terwijl het hoger beroepschrift pas op 31 oktober 2011 door de Raad is ontvangen. Appellant heeft in zijn verzetschrift aangevoerd dat hij de uitspraak laat heeft ontvangen en problemen ondervindt met de postbezorging in Marokko, maar de Raad heeft geen bewijs gezien dat deze beweringen ondersteunt. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat appellant niet in verzuim is geweest. Daarom is het verzet ongegrond verklaard. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien om appellant in de proceskosten te veroordelen.

Uitspraak

11/6379 WAO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 7 september 2011, 11/201 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats], Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 17 augustus 2012
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 23 maart 2012 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 23 maart 2012 heeft appellant verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 2 augustus 2012, waar partijen - het Uwv met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 23 maart 2012 berust op de overwegingen dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
Vaststaat dat het hogerberoepschrift te laat is ingediend. De laatste dag waarop tijdig een hoger beroepschrift kon worden ingediend, was 20 oktober 2011. Het hoger beroepschrift is gedateerd 19 oktober 2011. De enveloppe waarin het ter post is verzonden, draagt het poststempel 21 oktober 2011. Het hoger beroepschrift is op 31 oktober 2011 bij de Raad ontvangen.
In het verzetschrift heeft appellant aangevoerd dat hij de aangevallen uitspraak laat heeft ontvangen en dat hij wel vaker problemen ondervindt met de postbezorging in Marokko.
De Raad stelt vast dat appellant - ook - in verzet geen bewijsstukken heeft overgelegd waaruit kan worden afgeleid dat hij de aangevallen uitspraak heeft ontvangen op een tijdstip waarop niet meer tijdig hoger beroep kon worden ingesteld. Nu ook overigens niet is gebleken van feiten of omstandigheden die leiden tot het oordeel dat appellant niet in verzuim is geweest, dient het verzet ongegrond te worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 17 augustus 2012.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) D.W.W. Kaldenhoven
NW