ECLI:NL:CRVB:2012:BX4968

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-6307 WAO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrondverklaring van verzet inzake niet-betaling griffierecht in WAO-zaak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 augustus 2012 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 3 februari 2012. In die eerdere uitspraak werd het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellant, woonachtig in Marokko, had verzet aangetekend tegen deze beslissing, maar tijdens de zitting op 2 augustus 2012 waren partijen niet verschenen, met uitzondering van het Uwv dat voorafgaand aan de zitting had bericht dat zij niet aanwezig zouden zijn.

De Raad overwoog dat het griffierecht, dat op 7 maart 2012 was bijgeschreven, niet binnen de termijn van vier weken na de aangetekend verzonden brief van 2 december 2011 was betaald. De termijn eindigde op 30 december 2011. Appellant had in zijn verzetschrift aangegeven bereid te zijn het griffierecht te betalen, maar had geen feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat hij niet in verzuim was geweest. Hierdoor kon de Raad niet anders concluderen dan dat het verzet ongegrond was.

De Raad besloot dat het bedrag van het te laat betaalde griffierecht van € 112,- aan appellant zou worden terugbetaald, maar zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

11/6307 WAO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 27 september 2011, 11/1917 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats], Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 20 augustus 2012
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 3 februari 2012 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 3 februari 2012 heeft appellant verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 2 augustus 2012, waar partijen - het Uwv met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 3 februari 2012 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de bij - aangetekend verzonden - brief van 2 december 2011 gestelde termijn van vier weken is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
In het verzetschrift heeft appellant aangegeven dat hij bereid is het griffierecht te betalen. Het griffierecht is vervolgens op 7 maart 2012 op de rekening van de Raad bijgeschreven. Daarmee staat vast dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn, die eindigde op 30 december 2011, is betaald.
De Raad stelt vast dat appellant in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die leiden tot het oordeel dat appellant niet in verzuim is geweest.
Dit betekent dat het verzet ongegrond dient te worden verklaard.
Het bedrag van het te laat betaalde griffierecht (€ 112,-) zal door de griffier van de Raad aan appellant worden terugbetaald.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 augustus 2012.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven
NW
BESCHEID
Der Centrale Raad van Beroep,
Entscheidet:
Erklärt den Widerspruch unbegründet.
Dieses Urteil wurde gesprochen von T.G.M. Simons, in Anwesenheit von D.W.M. Kaldenhoven als Protokollführer. Die Entscheidung wurde in der Öffentlichtkeit am 20 August 2012 verkündet.