ECLI:NL:CRVB:2012:BX4914
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaald griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 augustus 2012 uitspraak gedaan in het verzet van een appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 27 januari 2012. De Raad had in die uitspraak het door de appellant ingestelde hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam niet-ontvankelijk verklaard, omdat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. De appellant, woonachtig in Marokko, heeft verzet aangetekend tegen deze beslissing, maar is niet verschenen op de zitting van 2 augustus 2012, waar het verzet werd behandeld.
De Raad overwoog dat de uitspraak van 27 januari 2012 berustte op de constatering dat het griffierecht niet tijdig was bijgeschreven op de rekening van de Raad of ter griffie was gestort. De Raad vond dat er geen bewijs was dat de appellant het griffierecht had betaald, ondanks zijn bewering in het verzetschrift. De Raad concludeerde dat de appellant niet in verzuim was geweest en dat het verzet ongegrond was. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten in het hoger beroep en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting. De Centrale Raad van Beroep verklaarde het verzet ongegrond en bevestigde de eerdere beslissing.