ECLI:NL:CRVB:2012:BX4914

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
17 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-6562 WAO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaald griffierecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 augustus 2012 uitspraak gedaan in het verzet van een appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 27 januari 2012. De Raad had in die uitspraak het door de appellant ingestelde hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam niet-ontvankelijk verklaard, omdat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. De appellant, woonachtig in Marokko, heeft verzet aangetekend tegen deze beslissing, maar is niet verschenen op de zitting van 2 augustus 2012, waar het verzet werd behandeld.

De Raad overwoog dat de uitspraak van 27 januari 2012 berustte op de constatering dat het griffierecht niet tijdig was bijgeschreven op de rekening van de Raad of ter griffie was gestort. De Raad vond dat er geen bewijs was dat de appellant het griffierecht had betaald, ondanks zijn bewering in het verzetschrift. De Raad concludeerde dat de appellant niet in verzuim was geweest en dat het verzet ongegrond was. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.

De uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten in het hoger beroep en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting. De Centrale Raad van Beroep verklaarde het verzet ongegrond en bevestigde de eerdere beslissing.

Uitspraak

11/6562 WAO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 29 september 2011, 11/1793 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats], Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak 17 augustus 2012.
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 27 januari 2012 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 27 januari 2012 heeft appellant verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 2 augustus 2012, waar partijen - het Uwv met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 27 januari 2012 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de bij - aangetekend verzonden - brief van 16 december 2011 gestelde termijn van vier weken is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
In de financiële administratie van de Raad is geen door of namens appellant gedane betaling aangetroffen.
In het verzetschrift heeft appellant aangevoerd dat het griffierecht wel is betaald. Appellant heeft dit echter niet met bewijsstukken onderbouwd. Wellicht doelt appellant op het in beroep bij de rechtbank betaalde griffierecht. Voor het instellen van hoger beroep moet echter afzonderlijk griffierecht worden betaald.
Dit betekent dat het verzet ongegrond dient te worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 17 augustus 2012.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven
TM