ECLI:NL:CRVB:2012:BX4912

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
17 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-3910 WAO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens termijnoverschrijding in sociale zekerheidszaak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 augustus 2012 uitspraak gedaan over het verzet van een appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 9 december 2011. De appellant had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 17 maart 2011, maar zijn hoger beroep werd niet-ontvankelijk verklaard. Hierop heeft de appellant verzet aangetekend, dat ter zitting van 2 augustus 2012 werd behandeld. De Raad moest allereerst de ontvankelijkheid van het verzet beoordelen.

De Raad constateerde dat de termijn voor het indienen van het verzetschrift was overschreden. De laatste dag waarop het verzetschrift tijdig kon worden ingediend was 20 januari 2012, maar het verzetschrift was pas op 2 februari 2012 ontvangen. De appellant had weliswaar een verzetschrift gedateerd op 19 januari 2012 ingediend, maar de enveloppe droeg een poststempel van 26 januari 2012. De Raad heeft de appellant gevraagd naar de reden van de termijnoverschrijding, maar hierop ontving hij geen reactie.

Aangezien er geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten, heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet niet-ontvankelijk verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter T.G.M. Simons en griffier D.W.M. Kaldenhoven.

Uitspraak

11/3910 WAO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 17 maart 2011, 10/1763 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats], Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak 17 augustus 2012.
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 9 december 2011 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 9 december 2011 heeft appellant verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 2 augustus 2012, waar partijen - het Uwv met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
OVERWEGINGEN
De Raad ziet zich allereerst, ambtshalve, gesteld voor de vraag naar de ontvankelijkheid van het verzet.
De laatste dag waarop tijdig een verzetschrift kon worden ingediend, was 20 januari 2012. Het door appellant ingediende verzetschrift is gedateerd 19 januari 2012. De enveloppe waarin het is verzonden, draagt het poststempel 26 januari 2012. Het verzetschrift is op 2 februari 2012 bij de Raad ontvangen. De termijn voor het indienen van een verzetschrift is aldus overschreden.
Bij brief van 2 februari 2012 heeft de Raad bij appellant geïnformeerd naar de reden van de termijnoverschrijding. Appellant heeft daarop niet gereageerd.
Van feiten of omstandigheden die leiden tot het oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is, is niet gebleken.
Dit betekent dat het verzet niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 17 augustus 2012.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven
TM