ECLI:NL:CRVB:2012:BX4892
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van AOW-pensioen na 25 jaar niet-verzekerd zijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 augustus 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. Appellante, die in 1943 in Indonesië is geboren en in 1984 naar Nederland is gekomen, heeft gedurende (afgerond) 25 jaar geen AOW-verzekering gehad. In juli 2008 werd haar een volledig AOW-pensioen toegekend, maar op 24 februari 2009 heeft de Sociale verzekeringsbank (Svb) haar laten weten dat dit pensioen met 50% zou worden verlaagd vanwege de lange periode van niet-verzekerd zijn. Het bezwaar van appellante tegen deze beslissing werd ongegrond verklaard door de Svb op 26 mei 2009.
De rechtbank verklaarde het beroep tegen het eerste besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het tweede besluit, dat de herziening van het AOW-pensioen per november 2008 vaststelde, ongegrond. In hoger beroep voerde appellante aan dat zij erop mocht vertrouwen dat de Svb een juist besluit had genomen en dat de terugvordering tot problemen had geleid. De Raad oordeelde dat de Svb terecht tot herziening van het AOW-pensioen was overgegaan, omdat de wetgeving vereist dat een uitkering die ten onrechte is vastgesteld, herzien of ingetrokken moet worden.
De Svb had een buitenwettelijk, begunstigend beleid ontwikkeld voor het terugkomen op besluiten ten nadele van een betrokkene met terugwerkende kracht. De Raad concludeerde dat de Svb dit beleid consistent had toegepast en dat de herziening van het pensioen tot de helft beperkt was, wat niet onredelijk was. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.