ECLI:NL:CRVB:2012:BX3350
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 juli 2012 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. De appellant, woonachtig in België, had zijn hogerberoepschrift te laat ingediend, nadat hij eerder op 18 januari 2012 door de Raad was geïnformeerd dat zijn hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad had vastgesteld dat een afschrift van de aangevallen uitspraak op 7 juli 2011 naar het juiste adres van appellant was verzonden, maar dat deze retour was ontvangen. Een tweede verzending op 2 augustus 2011 veranderde niets aan de termijn voor het indienen van hoger beroep, die op 18 augustus 2011 afliep. Het hogerberoepschrift werd pas op 30 augustus 2011 ter post bezorgd en op 1 september 2011 door de Raad ontvangen, wat leidde tot de conclusie dat het niet tijdig was ingediend.
Appellant voerde in verzet aan dat hij door familieomstandigheden in het buitenland verbleef en in het ziekenhuis was opgenomen, waardoor hij niet in staat was om de aangetekende brief af te halen. De Raad oordeelde echter dat het de verantwoordelijkheid van de appellant was om kennis te nemen van belangrijke poststukken, ook tijdens zijn verblijf in het buitenland. De Raad concludeerde dat het eerdere verzuim aan appellant kon worden tegengeworpen, en dat er geen feiten of omstandigheden waren die de uitspraak van 18 januari 2012 onjuist maakten. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.