ECLI:NL:CRVB:2012:BX0463

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12-955 WWB-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten in het buitenland

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 juni 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank ’s-Hertogenbosch. De appellant had bijzondere bijstand aangevraagd voor kosten die verband hielden met een alimentatieprocedure in Marokko, waaronder vertaal- en advocaatkosten. Het college van burgemeester en wethouders van Helmond had deze aanvraag afgewezen op basis van het territorialiteitsbeginsel, dat stelt dat bijstandsverlening alleen mogelijk is voor kosten die aan Nederland zijn verbonden. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, waarop de appellant in hoger beroep ging.

De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat het territorialiteitsbeginsel inderdaad in de weg staat aan bijstandsverlening voor kosten die buiten Nederland zijn gemaakt. De appellant had niet aangetoond dat er zeer dringende redenen waren om van dit beginsel af te wijken, zoals vereist in artikel 16 van de Wet werk en bijstand (WWB). De Raad benadrukte dat het aan de appellant is om te bepalen of hij zijn familie in Marokko wil bezoeken, en dat hij daarbij het risico loopt dat hij het land niet meer kan verlaten.

Bovendien werd opgemerkt dat de alimentatieverplichting die in Marokko is opgelegd, niet in Nederland kan worden afgedwongen vanwege het ontbreken van een executieverdrag met Marokko. De Centrale Raad van Beroep concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, en de griffier en de voorzitter hebben de beslissing ondertekend.

Uitspraak

12/955 WWB-PV
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 22 december 2011, 11/2772 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Helmond (college)
Datum uitspraak: 20 juni 2012
Zitting heeft: O.L.H.W.I. Korte als voorzitter van de enkelvoudige kamer
Griffier: V.C. Hartkamp
Ter zitting zijn verschenen:
mr. M.A.W. Ketelaars, advocaat van appellant.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen:
Appellant heeft bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van vertaling en advocaatkosten in verband met een door zijn ex-echtgenote in Marokko opgestarte alimentatieprocedure. Het college heeft deze aanvraag bij besluit van 19 november 2010, gehandhaafd bij besluit van 20 juni 2011, afgewezen op de grond dat het territorialiteitsbeginsel in de weg staat aan bijstandsverlening voor deze kosten, omdat deze niet aan Nederland zijn verbonden. Daarnaast is niet gebleken van zeer dringende redenen als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Wet werk en bijstand (WWB) om, in afwijking van artikel 11, eerste lid, van de WWB, bijzondere bijstand voor de gevraagde kosten te verlenen. De rechtbank heeft het daartegen gerichte beroep ongegrond verklaard. Volgens appellant heeft hij wel recht op bijzondere bijstand voor de gevraagde kosten. Aangezien hij de aan hem opgelegde alimentatieverplichting vanwege zijn financiële situatie niet kan betalen, dient hij zich hiertegen te kunnen verweren. Bij niet voldoen aan die verplichting kan hij zijn in Marokko wonende familieleden niet meer bezoeken, omdat hij mogelijk het land niet meer mag verlaten. Vanwege het feit dat hij Nederlander is en in Nederland woont, meent hij recht te hebben op rechtsbescherming vanuit Nederland. In Nederland zou hij vanwege zijn financiële situatie niet tot betaling van alimentatie zijn veroordeeld.
Zoals de rechtbank met juistheid heeft overwogen sluit het aan de WWB ten grondslag liggende territorialiteitsbeginsel de mogelijkheid tot bijstandsverlening uit ten aanzien van kosten die buiten Nederland zijn opgekomen of die betrekking hebben op kosten die niet aan Nederland zijn verbonden zodat geen plaats is voor bijstandsverlening van de gevraagde kosten die ten behoeve van de alimentatieprocedure in Marokko door appellant worden gemaakt.
Daarnaast is er geen sprake van zeer dringende redenen als bedoeld in artikel 16 van de WWB. Het is immers aan appellant om te bepalen of hij zijn in Marokko wonende familieleden wil bezoeken en daarbij mogelijk het risico te lopen dat hij het land niet meer mag verlaten.
Overigens kan de in Marokko opgelegde alimentatieverplichting, vanwege het ontbreken van een executieverdrag met Marokko, niet in Nederland op appellant worden verhaald.
Het hoger beroep slaagt daarom niet. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
waarvan proces-verbaal.
de griffier de voorzitter
(get.) V.C. Hartkamp (get.) O.L.W.H.I. Korte
Voor eensluidend afschrift
de griffier van de
Centrale Raad van Beroep